top of page

De middenweg als voorportaal van een nieuwe tijd

door Ivo Valkenburg, eerder verschenen in BRES Magazine 323 (september/oktober 2020)


Evenals het ‘goede’ nog nooit definitief het ‘kwade’ heeft overwonnen, en het ‘kwade’ nog nooit in staat is geweest om voor altijd het ‘goede’ te vernietigen, zo zijn wereldse beschavingen gekomen en ook altijd weer gegaan. In elk mens schuilt het verlangen naar het ‘goede’. Bij sommigen stroomt dat verlangen als een krachtige bergbeek. Het zijn “de gekken, de buitenbeentjes, de rebellen, de onruststokers, de ronde pinnen in de vierkante gaten”, die weten dat de toekomst niet zomaar een plek is waar we heen gaan, maar een plek die we zelf creëren. Waar de idealisten over droomden, is wat deze mensen in de praktijk realiseren. Ze laten zich niet voor de voeten lopen door een wereld die zegt dat het niet kan worden gedaan. Ze laten ons zien wat er mogelijk wordt als we meer in de volheid van ons mens-zijn in de wereld gaan staan. Het zijn de wegbereiders naar een nieuwe tijd.

Het afgelopen jaar ging ik voor m’n nieuwe boek “Niet gezwicht voor de wereld – Transitie in de voetsporen van Kahlil Gibran” met tientallen van hen in gesprek. Als ik iets van hen heb geleerd, dan is het wel het nut om te kiezen voor ‘de middenweg’. Hoe meer we ons met elkaar kunnen verenigen op basis van dat wat ons gezamenlijk bindt, hoe beter we in staat zijn om eensgezindheid en daarmee samenwerkingskracht te realiseren. De toekomst ligt niet zozeer in het krampachtig vasthouden aan onze eigen idealen, maar juist in het ruimte scheppen voor ideeën, gedachtes en wensen die we delen met onze opponenten. Als we de focus leggen op wat we gezamenlijk willen creëren, in plaats van wat ‘ik zou willen doen om het probleem op te lossen’, dan gaan zaken veel beter stromen. Maar hoe ziet dat er praktisch uit?

In dit artikel deel ik twee praktijkvoorbeelden van een middenweg op het gebied van zowel geld en financiën, als misdaad en straf. Traditioneel gezien worden beide werkgebieden gekenmerkt door een krachtige botsing van tegengestelde krachten. In beide voorbeelden zorgt een middenweg ervoor dat binnen het bestaande systeem reeds enorme winst kan worden behaald door uitersten en idealen dichterbij elkaar te brengen, door het gezamenlijke dat ons bindt als uitgangspunt te nemen.



De geldwereld

Dit voorjaar ging ik voor het New Financial Magazine in gesprek met Jasper van Brakel, een Nederlander die op dit moment directeur is van het Amerikaanse RSF Social Finance. Met meer dan 1.900 cliënten en sinds 1984 een bedrag van meer dan 750 miljoen dollar aan leningen is RSF een schoolvoorbeeld van ethisch ‘bankieren’ voor een meer betekenisvolle beschaving. Investeerders, spaarders en sociale ondernemers die geld nodig hebben, bepalen samen de prijs van het geld. Meer dan 70 procent van de gefinancierde projecten worden geleid door vrouwen. Ze laten met elkaar een omgekeerd beeld van de hongerige wolven op Wall Street zien.

De middenweg: gezamenlijk prijsbepaling

Het is volgens Jasper van Brakel mooi om te praten over een paradigmaverschuiving, maar wat uiteindelijk telt zijn de praktische daden. RSF doet haar uiterste best om haar visie op menselijkheid, onderlinge verbinding en samenwerking in alle facetten van het bedrijf te integreren. In het reguliere bedrijfsleven overheerst de opvatting dat concurrentie de beste prijs oplevert. De wereld wordt benaderd vanuit uitersten, vanuit extremen, vanuit tegenpolen. Tegengestelde ego’s en belangen botsen volop met elkaar. Bij RSF wordt dat principe van onderlinge concurrentie vervangen door samenwerking. Zo wordt ‘de prijs van geld’ ofwel de hoogte van het rentepercentage vastgesteld door te onderzoeken welke gezamenlijke ideeën en gedachtes er worden gevonden in een woud van schijnbaar tegengestelde belangen. Al meer dan tien jaar brengt RSF elk kwartaal een afvaardiging van spaarders, investeerders en sociale ondernemers bij elkaar in zogenoemde Community Price Gatherings. In een door hen gefaciliteerde dialoog wordt het rentepercentage van de leningen vastgesteld. Dat is echt heel bijzonder. Stel je voor, je bent investeerder, dan is het te begrijpen dat je vanuit jezelf toch de neiging hebt om er een zo’n goed mogelijk rentepercentage uit te slepen. Voor de sociale ondernemer geldt het omgekeerde. Zo laag mogelijk is het beste. En dan zit RSF er nog als financiële dienstverlener met een prijskaartje tussen om de dienstverlening als intermediair zo goed mogelijk te faciliteren. Een lagere rente heeft direct gevolgen voor de manier waarop RSF haar werk kan doen, of op de hoogte van de salarissen.