De hypocrisie van de menselijke beschaving
Updated: Apr 19, 2022
door Dr. Jaap Hiddinga, eerder verschenen BRES Magazine 323

Waar begint beschaving en houdt men op barbaars te zijn? We denken dit allemaal heel goed te weten, maar in werkelijkheid is die scheidslijn nogal vaag, ook al denken we van niet.
In 1888 verscheen er een leuk en interessant boek. De titel was (en is nog steeds)
geschreven door James de Mille. Het verscheen eerst als een serie in Harpers weekly en vervolgens als een boek. Het is een vreemd verhaal over een zeeman, Adam Moore, die na een ongeluk op zee bij de Zuidpool in een wereld terecht komt die afgescheiden lijkt te zijn van de rest van de aarde. Hij ontmoet daar mensen en wordt hoffelijk en vriendelijk ontvangen. Gaandeweg ontdekt hij dat deze mensen een beschaving hebben waarin alles precies de omgekeerde betekenis en waarde heeft van zijn eigen beschaving. Het wordt bijvoorbeeld als het hoogste goed gezien om zo arm mogelijk te zijn en niets te hebben. De rijken staan lager op de ladder in de maatschappij. Iedereen probeert zo veel mogelijk weg te geven want men wil niets bezitten. Een ander ideaal is om zo heldhaftig mogelijk uit het leven te stappen. Het liefst door je op te offeren voor de ander. Dood wordt in die zin als iets hogers gezien dan het leven. Kortom alle waarden, normen, behoeften et cetera die wij kennen in onze beschaving zijn daar precies het tegenovergestelde. Gaandeweg ontdekt Adam dat er ook kanten aan deze samenleving zitten die hij als mens afschuwelijk vindt. Het is heel moeilijk voor hem om deze omgekeerde wereld te begrijpen en te aanvaarden, want hij is immers opgegroeid met de waarden, normen en ideeën van zijn eigen beschaving.

Onderwijs en opvoeding
We komen aan bij de vraag wat eigenlijk de definitie is van beschaving of civilisatie. Het woord ‘civilisatie’ is afgeleid van het Latijnse civis, dat burger of stedeling betekent. De notie van beschaven, bijschaven of minder ruw maken met een schaaf is afkomstig van het Latijnse woord erudere (ex = uit, rudis = ruw, onbewerkt), dat herkenbaar is in het woord ‘eruditie’.
Beschaving is dan eigenlijk een structuur of organisatie van mensen die met elkaar bepaalde waarden en normen hanteren waarbij men zich ‘beschaafd’ voelt. Dit in tegenstellig tot ruw of barbaars gedrag. In deze betekenis impliceert beschaving de verfijning van individuen en een ontwikkeling naar hoger bewustzijn en gedrag. Alles wat dan niet aan die normen voldoet zien we als onbeschaafd en in het bovengenoemde voorbeeld van het boek van James de Mille ziet de held van het verhaal de bevolking waar hij terecht is gekomen als onbeschaafd. Het laat ook zien dat beschaving geen objectieve definities bevat. Het is een subjectieve afspraak waarbij men dus gezamenlijk deze normen creëert en vervolgens hanteert. Deze normen zijn dan aan allerlei meningen onderhevig en in een beschaving verandert dan nog wel eens de wijze hoe men met alles omgaat.
Iedereen heeft dus zo zijn of haar eigen ideeën en wat voor de een aanvaardbaar beschaafd gedrag is, is voor de ander barbaars. Waar begint dan beschaving en houdt men op barbaars te zijn? We denken dit allemaal heel goed te weten vanuit onze meningen en oordeel over wat goed en wat kwaad is, maar in werkelijkheid is die scheidslijn nogal vaag ook al denken we van niet. Als mens hebben we de neiging om met verschillende maten te meten en we zijn nogal soepel in die meningen als het in ons straatje past. Een van die dingen waar we met meerdere maten meten is de natuur en al het andere leven om ons heen.
Waar begint beschaving en houdt men op barbaars te zijn? We denken dit allemaal heel goed te weten, maar in werkelijkheid is die scheidslijn nogal vaag ook al denken we van niet.
Corona-effect Het effect van het coronavirus heeft veel discussies losgemaakt. Discussies over de maatschappij, hoe we ons werk doen en ook over de invloed op de natuur. Vol trots melden we dan dat, als gevolg van de verminderde menselijke activiteit, de natuur een opleving meemaakt. Er is minder vervuiling en de dieren zijn minder gestrest. Lief toch, al die beelden van vogels, herten en andere wilde dieren die zich nu vrij voelen in onze woongebieden. Maar de aanpak rondom het coronavirus heeft ook iets anders laten zien waar veel mensen liever niet naar kijken. Hoe gaan we eigenlijk met onze dieren en de natuur om als het gaat om ons voedsel en de daarmee samenhangende economie. Het blijkt dan dat we er plotseling heel andere oordelen en meningen op nahouden. We vergeten dat virussen zoals het coronavirus in hoofdzaak voortkomen vanuit onze verkeerde interactie met dieren en de natuur. We kennen inmiddels de beelden van de markten in China waar dieren verhandeld worden voor voedsel en medicinale doeleinden. We spreken onze afschuw uit over hoe men daar met dieren omgaat, maar vergeten vaak dat de bio-industrie in het westen, en dan met name ook in Nederland, net zo erg is. De stallen met dicht opeengepakte kippen, varkens en koeien zijn broeinesten voor besmettingen via bacteriën en virussen. Professor Ron Fouchier, een van de belangrijkste virologen van Nederland gaf in het Algemeen Dagblad van 5 april dit jaar al een waarschuwing dat onze veehouderij ook echt op de schop moet. Viroloog Raoul de Groot van de Universiteit Utrecht stemt daar mee in.
Ron Foucher zegt: ‘Ja. We hebben een ongelooflijke voorraad vee, plus onze huisdieren. Daardoor zijn we gevoelig voor virussen. Dat zie je bij ons pluimvee: daar waart tientallen keren per jaar een vogelgriepvirus rond. En neem onze varkenspopulatie, die is echt ridicuul hoog. Als daar een rare infectieziekte uitbreekt, kan dat grote gevolgen hebben. Daarmee is de intensieve veehouderij een potentieel gevaar. Nederland is vol met gastheren die een virus over kunnen dragen. Het begint allemaal bij de dierenpopulatie. De manier waarop we nu massaal dieren houden, is hoogst onverstandig. We zijn gewend om in de supermarkt